Lavendel kan bij depressie een positief effect hebben. Depressie is een psychische stoornis die gepaard gaat met een aanzienlijke ziektelast. Om depressie te behandelen worden vaak antidepressiva voorgeschreven. Minder dan 50% van de klinische onderzoeken meldt echter dat antidepressiva superieur zijn aan placebo. Bovendien komen verschillende bijwerkingen zoals emotionele afstomping en verminderd libido vaak voor bij het gebruik van antidepressiva. Er is dus behoefte aan alternatieve behandelingen voor depressie. Preparaten gemaakt van lavendel (Lavandula angustifolia, Lamiaceae) hebben anxiolytische, antidepressieve, neuroprotectieve en ontstekingsremmende eigenschappen.

Hoewel veel klinische onderzoeken de antidepressieve eigenschappen van lavendel hebben onderzocht, zijn de resultaten niet overtuigend. Daarom was het doel van deze systematische review en meta-analyse van gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT’s) om de werkzaamheid van lavendel op de ernst van depressie te bepalen. Voor deze review werden in totaal 36 artikelen bestudeerd, waarvan 19 voor een kwalitatieve conclusie werden gebruikt en 17 voor een kwantitatieve.

De meeste onderzoeken gebruikten essentiële lavendelolie als aromatherapie. Andere studies gebruikten lavendel als huidcrème, aromamassage, kruidenthee en capsules. Alle vijf onderzoeken die de effecten van oraal ingenomen lavendel op depressie evalueerden, vertoonden verbeteringen in symptomen. Negen van de tien onderzoeken die aromatherapie gebruikten, vertoonden positieve antidepressieve effecten in vergelijking met de controlegroep. De vier onderzoeken waarbij aromamassage of toediening via de huid werd gebruikt, toonden positieve antidepressieve en anxiolytische effecten aan.

Effecten van lavendel bij depressie

Op basis van hun bevindingen concluderen de auteurs dat lavendel, vergeleken met placebo, significante antidepressieve effecten heeft bij patiënten met de diagnose depressie en bij patiënten met andere aandoeningen met bijkomende depressieve symptomen. Voor de laatste groep was orale toediening de meest effectieve toedieningsweg. Mogelijke mechanismen van lavendel in de pathofysiologie van depressie omvatten de blokkering van de glutamaat-N-methyl-D-aspartaat (NMDA) -receptoren, remming van serotoninetransporteiwitten en remming van spanningsafhankelijke calciumkanalen. Verdere klinische proeven met meer homogene populaties en rigoureuze ontwerpen zijn nodig.

Kritiek

In de peer reviews kwam de volgende kritiek op de review: de lavendeloliën die in de verschillende onderzoeken zijn gebruikt, zijn absoluut niet vergelijkbaar in hun samenstelling (en kwaliteit). Lavendeloliën die worden gebruikt voor aromatherapie worden anders vervaardigd dan lavendelolie voor oraal gebruik en dus zijn er aanzienlijke verschillen in samenstelling. Bovendien zijn lavendeloliën voor aromatherapie eerder cosmetica dan farmaceutica en worden daarom minder streng gecontroleerd. 

Kijk hier voor het abstract van deze review.

Tijdens de overgang hop gebruiken en bijwerkingen ervaren? Dat kan gebeuren.

In 2017 publiceerde bijwerkingencentrum Lareb over 11 meldingen in de periode 2011-2017 van postmenopauzale bloedingen als gevolg van overgangspreparaten met daarin hop (Humulus lupulus) [1]. In 10 gevallen ging het om Menocool®, met als gedeclareerde ingrediënten: hop 41,40%, voedingsvezels 9,90%, boekweit 8,48%, zwarte haver 8,48%, mout 8,48%, rogge 4,24%, gerst 4,24%, tarwe 4,24%, mais 4,24%, silicium 4,10%, natuurlijk isoflavonen complex 1,80% en plantaardig magnesiumstearaat 0,40%.

Bij hormoonsuppletie in de overgang komen, mede afhankelijk van de gekozen hormonale samenstelling van de medicatie, bij zo’n 8 tot 40% van de patiënten postmenopauzale bloedingen voor [2]. Toch schrikken veel mensen ervan als blijkt dat ook kruidenpreparaten dit soort effecten geven. Hopeïn (8-prenylnaringenin) uit hop is een planteninhoudsstof die bijzonder veel lijkt op menselijk oestrogeen. Hopeïn kan daardoor sterk binden aan de humane oestrogeenreceptoren ER-α en ER-β. Het probleem dat zich hier voordoet, is dat de preparaten wel melding maken van een percentage (op hopeïn gestandaardiseerd) hopextract in het preparaat, maar daarbij niets aangeven over de hoeveelheid (het percentage) hopeïn die in dat extract (of in de tabletten) zit. En dit kan bij een geconcentreerd extract (veel) meer zijn dan verwacht. In de EMA-monografie van hop wordt alleen gesproken over de indicaties stress en slapeloosheid [3].

Artsen, therapeuten en patiënten kunnen bijwerkingen van (kruiden) geneesmiddelen, maar ook die van kruidensupplementen melden op het meldpunt van Lareb (www.lareb.nl) en op www. meldpuntmedicijnen.nl van het Nederlands Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik. Bijwerkingencentrum Lareb evalueerde de meldingen die in 2015 binnen zijn gekomen over warenwetproducten zoals vitaminen en botanicals. Koploper was vitamine B6, daarna
wam Midalgan-zalf en als derde overgangspreparaten met daarin fyto-oestrogenen [4]. Het toenemende gebruik van deze servicemogelijkheden komt de veiligheid van de fytotherapie ten goede.

REFERENTIES | [1] Lareb, 2017. Signals 1.1. Post-menopausal vaginal hemorrhage related to the use of hop-containing phytotherapeutic products MenoCool® and Menohop®. (Via Lareb, geraadpleegd 26 maart 2018.) [2] Medeiros SF de, Yamamoto MM, Barbosa JS. Abnormal bleeding during menopause hormone therapy: insights for clinical management. Clin Med Insights Womens Health. 2013;6:13-24. [3] EMA, 2014. Community herbal monograph on Humulus lupulus L., flos. (Via EMA, geraadpleegd 26 maart 2018.) [4] Lareb, 2016. Meldingen van bijwerkingen van warenwetmiddelen. (Via Lareb, geraadpleegd 26 maart 2018.)

Symptomen van chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) en fibromyalgie (FMS) kunnen verminderen door gebruik van ginseng. Aziatische ginseng (Panax ginseng, Araliaceae) wordt traditioneel gebruikt om energie en vitaliteit te bevorderen. De aanwezigheid van bioactieve ginsenosiden in ginseng heeft te maken met deze bevordering van energie. Uit onderzoek blijkt echter dat deze verbindingen slecht opgenomen worden door het menselijk lichaam.

Hydroponisch gekweekte ginseng heeft hogere niveaus van de zeldzame ginsenosiden, en studies suggereren dat het een verbeterde werkzaamheid kan bieden.

In een open studie (bij deze studie waren de deelnemers dus op de hoogte van welke behandeling ze kregen) onder 188 patiënten met post-virale CVS/FMS werd onderzocht wat het effect op energie was bij toediening van ginseng. De deelnemers kregen capsules danwel kauwtabletten toegediend. De capsules bevatten 200 mg HRG80 rode ginsengwortelpoeder. De tabletten bevatten 100 mg HRG80 rode ginsengwortelpoeder plus gamma-cyclodextrine.

Effect van ginseng op CVS en FMS

Van de 188 patiënten beoordeelden 113 (60,1%) patiënten hun algemene welzijn als verbeterd, waarbij 13,3% zichzelf als veel beter beoordeelde. De gemelde verbeteringen betroffen een toename van 67% in energie, 44% in algemeen welzijn, 48% in mentale helderheid, 46% in slaap, 33% in pijn en 72% in uithoudingsvermogen. Van de patiënten die verbeteringen meldden, namen 25 dagelijks één tablet, 16 namen dagelijks één capsule, 24 namen dagelijks twee tabletten en 39 namen dagelijks twee capsules. De deelnemers konden zelf hun dosis aanpassen.

De vorm of hoeveelheid ginseng die werd gebruikt had geen effect op de veranderingen bij de deelnemers. “Hiermee kan worden gesteld dat 100 mg (in de vorm van 1 tablet per dag) zeer klinisch effectief en statistisch significant was. Er was geen bijkomend voordeel aan het nemen van meer dan 100 mg rode ginseng per dag in combinatie met de gamma-cyclodextrine (alleen aanwezig in tabletvorm, niet in capsules),’ schrijven de auteurs.

Bijwerkingen van ginseng

Negentien patiënten meldden de volgende bijwerkingen die niet verminderden door de dosis van de onderzoeksbehandeling aan te passen: overstimulatie (zeven patiënten), diarree (drie patiënten), constipatie (één patiënt), verergering van hoofdpijn (drie patiënten), slaperigheid, brain fog en acne (één patiënt); premenstrueel syndroom of prikkelbaarheid (twee patiënten); daling van de bloedsuikerspiegel (één patiënt) en verergering van pijn en vermoeidheid (één patiënt).

Alhoewel er op deze studie het een en ander af te dingen valt (zoals het ontbreken van randomisatie of een placebogecontroleerde groep; ook werd het onderzoek gefinancierd door de distributeur van de gebruikte supplementen), lijkt het onderzoek aan te tonen dat ginseng kan zorgen voor een verbetering van symptomen van CMS en FMS.

Kijk hier voor het abstract van het artikel.

CBD-olie kan bij MS (multiple sclerose) de slaapkwaliteit van patiënten verbeteren. De Wageningen Universiteit doet hier onderzoek naar.

Cannabidiol (CBD) is een van de meer dan honderd cannabinoïde inhoudsstoffen van Cannabis sativa. Deze stof wordt voornamelijk gewonnen uit de bladeren en bloemtoppen van de zogenaamde vezelhennep, oftewel hennepplanten met een laag gehalte aan de psychoactieve inhoudsstof tetrahydrocannabinol (THC).

Sommige mensen met MS zoeken hun toevlucht tot het gebruik van cannabis om hun MS-gerelateerde klachten beter te kunnen verdragen. Daarbij gaat het enerzijds om wietolie, gewonnen uit cannabisplanten met een hoog THC-gehalte, en anderzijds om CBD-olie uit vezelhennep.
De aanduiding ‘cannabisolie’ is daarom in dat opzicht verwarrend, omdat het dan niet duidelijk is of het om wietolie dan wel CBD-olie gaat. Van het gebruik van CBD-olie wordt door mensen met MS een gunstig effect ervaren op onder andere ontstekingsremming, chronische pijn en vermoeidheid als gevolg van slaapproblemen.

CBD-olie bij MS en slaapproblemen

Voor het effect bij slaapproblemen werkt CBD-olie als een natuurlijk slaapbevorderend middel via het endocannabinoïde systeem. In dat systeem worden in de hersenen de endogene cannabinoïden 2-AG (2-arachidonoylglycerol) en anandamide geproduceerd. Een tekort aan deze stoffen kan klachten zoals slapeloosheid tot gevolg hebben. CBD werkt als een aanvulling op het lichaamseigen endocannabinoïdenniveau.

Daarnaast is CBD van invloed op de slaapcyclus doordat het de diepe derde slaapfase verbetert, onder meer door verbeterde spierontspanning. De genoemde positieve ervaringen met betrekking tot pijn en ontstekingsremming zijn echter nog weinig onderbouwd door wetenschappelijk onderzoek en voor het positieve effect van CBD-olie op slaapproblemen is er tot nu toe onvoldoende wetenschappelijk bewijs. Daarom start er eind 2021 aan de Wageningen Universiteit een onderzoek naar het effect van CBD-olie op de slaapkwaliteit bij MS, waarbij duidelijk moet worden of CBD-olie daadwerkelijk zorgt voor slaapverbetering bij mensen met MS. In dit onderzoek wordt, onder leiding van hoogleraar voeding en gezondheid Renger Witkamp in samenwerking met neuroloog Jop Mostert van het Rijnstate Ziekenhuis en slaaponderzoekers van het expertisecentrum Kempenhaege, het effect van CBD-olie op de slaapkwaliteit onderzocht.

De onderzoekers verwachten binnen twee jaar met resultaten te komen die mogelijk meer duidelijkheid geven over het effect van CBD-olie op de slaapkwaliteit van mensen met MS. Het Nationaal MS Fonds levert een financiële bijdrage aan dit onderzoek.

AUTEUR | SOPHIEKE NIJHUIS-BOUMA
Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie 2021 nr. 4

BRONNEN | Nationaal MS Fonds. Effect cannabis op slaapkwaliteit bij MS. Via: https://nationaalmsfonds.
nl/onderzoek/ slaapproblemen-bij-ms; geraadpleegd: 13-09-2021.
Suraev AS. et al. Cannabinoid therapies in the management of sleep disorders: A systematic
review of preclinical and clinical studies. Sleep Med Rev. 2020;53:101339.
Urits I. et al. Use of cannabidiol (CBD) for the treatment of chronic pain. Best Pract Res Clin
Anaesthesiol. 2020;34(3):463-477.

Regelgeving voor het oogsten van wilde rhodiola is noodzakelijk, is de conclusie van een artikel waarin de bedreigingen voor deze plant beschreven worden.

Rhodiolawortel (Rhodiola rosea, Crassulaceae) wordt traditioneel medicinaal gebruikt in de Arctische gebieden en in Mongolië, Rusland en Europa.  Het wordt gebruikt in cosmetica en bij bij vermoeidheid, slaapstoornissen, depressie en virale aandoeningen van de luchtwegen.

Door de wereldwijde vraag naar rhodiola-extract wordt de plant ook commercieel geëxploiteerd. Dat gecombineerd met de gevolgen van klimaatverandering en begrazing en vertrapping door vee, zorgt ervoor dat wilde rhodiola bedreigd wordt.

Rhodiola bedreigd

R. rosea komt van oorsprong voor ​​in het zuiden van Siberië in de Alpen. Anno nu is de plant verspreid over het noordelijk halfrond in regio’s van Azië, Europa en Noord-Amerika. De plant groeit in een grote verscheidenheid aan habitats en grondsoorten. De soort is tweehuizig, wat de kwetsbaarheid vergroot omdat zowel de mannelijke als de vrouwelijke plant beschikbaar moeten zijn voor bestuiving. Onderzoek liet zien dat de verhouding tussen de mannelijke en vrouwelijke plant in Schotland 1,56:1 was, en dat de mannelijke plant een hogere medicinale waarde had.

R. rosea wordt met uitsterven bedreigd in Duitsland, regionaal bedreigd in Oostenrijk en ernstig bedreigd in Tsjechië. In Rusland wordt de plant als zeldzaam beschouwd. Vanwege meldingen van ongecontroleerde, grootschalige oogsten hebben de autoriteiten van het Altai Territory in Siberië rhodiola onlangs opnieuw geclassificeerd met een onzekere status, waardoor monitoring vereist is.  Voorschriften voor het oogsten van wilde rhodiola bestaan in slechts 10 van de 29 landen waar de plant voorkomt.

Rusland is de belangrijkste bron van wilde R. rosea als grondstof, terwijl China een belangrijke producent en exporteur is van extracten van Rhodiola-soorten (ongeveer 75% van het wereldwijde totaal). Chinese extractiehuizen maken niet altijd onderscheid tussen de verschillende soorten, waardoor monsters waarvan wordt beweerd dat ze extract van R. rosea bevatten, andere Rhodiola-soorten kunnen bevatten. Dit is een indicator van de schaarste van R. rosea. Daarnaast is smokkel een probleem in de Russische republieken en territoria: in de jaren 2000 werden jaarlijks 2-3 ton illegaal geoogste wortels van R. rosea in beslag genomen door grenspatrouilles, oplopend tot meer dan 8 ton in 2019.

Commerciële teelt

In verschillende landen wordt al tientallen jaren onderzoek gedaan naar de ontwikkeling en verbetering van teeltmethoden voor R. rosea, maar de teelt blijf nog altijd achter bij de vraag. Recente proeven in het Oeralgebergte hebben uitgewezen dat succes afhangt van het nabootsen van de groeiomstandigheden van de wilde R. rosea.

De auteurs van het artikel concluderen dat R. rosea ondanks haar brede verspreiding in het wild wordt bedreigd. Oorzaken van deze bedreiging zijn gebrekkige regulering van het grootschalige en destructieve oogsten van de plant, het risico van mislukken van bestuiving als gevolg van toenemende afstanden tussen mannelijke en vrouwelijke planten doordat met name de mannelijk plant wordt geoogst, klimaatverandering en in sommige gevallen vee. De aanbeveling is dan ook om de oogst en export te controleren en te reguleren. Meer onderzoek naar op natuurbehoud gerichte methoden van duurzame landbouw als ondersteuning van commerciële landbouw kan het effect versterken.

Lees hier het abstract van dit artikel.

Bron: J Ethnopharmacol. 2021 Apr 6;269:113710

Bij diabetische neuropathie kan fytotherapie mogelijk voor verlichting zorgen.
Als gevolg van een chronisch verhoogde bloedsuikerspiegel kan er op termijn zenuwbeschadiging ontstaan in de handen en voeten. Hierdoor ontstaat pijn, gevoelsverlies of tintelingen.

Oxidatieve stress speelt een belangrijke rol bij diabetische neuropathie. Mede omdat pijnstillers hierbij vaak onvoldoende effect sorteren, is er een toenemende belangstelling voor de toepassing van antioxidanten en stoffen met een pijnstillende werking van plantaardige of dierlijke oorsprong. Voorbeelden zijn alfaliponzuur en palmitoylethanolamide (PEA). Beide verbindingen hebben klinisch relevante effecten laten zien bij diabetische perifere neuropathie. Een combinatie van alfaliponzuur en PEA blijkt tevens effectief.

Neuropathie en fytotherapie

In een retrospectief onderzoek met 49 patiënten met diabetes en neuropathische klachten onderzochten wetenschappers de werkzaamheid van alfaliponzuur en PEA. Dertig mensen werden behandeld met een combinatie van 600 mg alfaliponzuur en 600 mg PEA, de overige 19 deelnemers kregen geen specifieke behandeling voor hun neuropathiesymptomen.

De neuropathische klachten waren bij het vervolgonderzoek significant afgenomen bij de mensen die alfaliponzuur en PEA hadden ontvangen. In de controlegroep waren de klachten niet afgenomen. De mensen die de behandeling hadden gekregen, bemerkten gemiddeld na 18,4 dagen een verlichting van de symptomen. Het aantal dagen dat nodig was voor de verlichting van de klachten bleek omgekeerd evenredig met het HDL-cholesterolgehalte en de nierfunctie van de deelnemers.

Er was juist geen relatie met de ernst van de symptomen bij aanvang van de studie en de HbA1c-waarde (een maat voor de gemiddelde bloedsuikerspiegel).

Alfaliponzuur is een antioxidant die de doorbloeding rondom zenuwen verbetert, oxidatieve stress vermindert en distale zenuwgeleiding verbetert. PEA (een vetzuuramide) heeft met name invloed op de pijnwaarneming door het remmen van de productie van ontstekingsbevorderende stoffen. Een combinatie van beide stoffen zou daarom mogelijk een breder effect kunnen hebben dan monotherapie. Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen of dit ook daadwerkelijk het geval is.

AUTEUR | CINDY DE WAARD
Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie 2021 nr. 4

REFERENTIES | [1] Prabhakar PK, et al. Natural SIRT1 modifiers as promising therapeutic
agents for improving diabetic wound healing. Phytomed. 2020:76;153252. [2] Senger D
and Cao S. Diabetic wound healing and activation of Nrf2 by herbal medicine. J Nat Sci.
2016;2(11):e247.

De geschiedenis van de fytotherapie is het thema van de nieuwste uitgave van het Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie.

Naast geneeskunde en farmacie (farmacognosie en farmacologie) zijn biologie, voedingswetenschap, antropologie, etnobotanie, sociologie en geschiedenis belangrijke wetenschappen voor de fytotherapie. De huidige fytotherapie heeft deze multidisciplinariteit nodig, zowel om zich goed te kunnen ontwikkelen als om maatschappelijk geaccepteerd te worden. Alle genoemde wetenschappen hebben de afgelopen jaren belangrijke nieuwe methodieken geïntroduceerd en kennis verzameld waar de fytotherapie van kan profiteren. Andersom zitten er in de geschiedenis van de kruidengeneeskunde mogelijk nog verborgen schatten voor de andere disciplines. Vandaar dat het NTvF een nieuwe rubriek start: Men neeme, waarin we regelmatig historische pareltjes hopen te presenteren. In deze editie is dat een recept tegen de pest uit het Utrechts Archief.

Verder een boeiend artikel over een internetproject voor de handelsgeschiedenis van kruiden: Time Capsule. Daarnaast worden zowel de Stichting Farmaceutisch Erfgoed als het Veterinair Historisch Genootschap besproken.

Meer geschiedenis: een tekst uit 1687 vormt de basis van een artikel waarin onder andere Artemisia abrotanum wordt genoemd in verband met de vermoede verdwijning van een baby.

Bij het departement farmacie aan de universiteit van Salerno (Italië) werd in 2021 een UNESCO-leerstoel ingesteld om de mediterrane geneeskruidentraditie beter te documenteren en evalueren. De hoofdonderzoekers zijn de oprichters van het Amerikaanse Institute for the Preservation of Medical Traditions, specialisten in de geneeskunde van de oudheid. Zij geven zelf een toelichting op hun activiteiten, gericht op met name de overlevering van kruidenkennis; onderzoek hiernaar is complexer dan het op het eerste gezicht lijkt.

Verder in deze editie een interview met NVF-lid Burt Kroes, een casus rond het patenteren van een Ethiopische plant waarbij een Nederlands bedrijf betrokken was, en enkele korte berichten, onder andere over kruiden bij
menstruatiestoornissen. Een nieuwe rubriek over interacties en de rubriek Wet en Kwaliteit gaan beide over groene thee.

Tedje van Asseldonk bespreekt in haar column etnobotanisch onderzoek naar traditionele volksremedies in Engeland, Schotland en Ierland.

Kijk hier voor meer inhoud en een gratis artikelen.

In de VS is de omzet van kruidensupplementen sinds 2010 elk jaar flink toegenomen. De omzet in deze branche bedroeg in 2010 nog zo’n 5 miljard dollar, maar in 2019 was dat bijna verdubbeld tot 9,6 miljard dollar. Meer dan de helft van deze supplementen wordt online besteld en dit kanaal wordt relatief steeds belangrijker. Gemengde kruiden worden ongeveer twee keer zoveel verkocht als enkelvoudige preparaten. De omzet van CBD (uit Cannabis sativa) steeg in 2019 met maar liefst 872%. Belangrijke omzetstijgers waren verder Sambucus spp., Withania somnifera, Epimedium spp. en tarwegras.

Het genetisch onderzoek naar planten leidt regelmatig tot aanpassing van de namen van geslachten, soorten en soms hele families. Zo werden onder meer Ononis spinosa en O. repens samengevoegd tot twee variëteiten van O. repens. In 2017 werd de soort Rosmarinus officinalis L. ingevoegd in het geslacht Salvia, als Salvia rosmarinus Spenn.

Vanaf 2020 is de omzet echter nog veel beter, met in de eerste helft een verdrievoudiging van de omzet van Echinacea– en Sambucus-producten ten opzichte van 2019. Ook de omzet van oregano-olie, Astragalus-wortel en diverse Chinese paddenstoelen groeide flink en er werden zelfs regelmatig tekorten gemeld.

Ook plantaardige antistress- en slaapmiddelen lieten goede omzetcijfers zien – met dank aan Covid-19.

AUTEUR | TEDJE VAN ASSELDONK
Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie 2021 nr. 2

BRON | Smith et al. Market report. Herbalgram 2020;127:54-69.

Bittermeloen (ook wel sopropo, of Momordica charantia genoemd) is in Nederland een nog vrij onbekende komkommersoort, maar in de Aziatische en Caribische gebieden wordt deze al wel veel gegeten. De vrucht staat vooral bekend om zijn wrattig ogende schil en zijn bittere smaak.

Bittermeloen wordt met verschillende gezondheidseffecten in verband gebracht, waaronder een verlagend effect op de bloedsuikerspiegel. Wageningen University & Research (WUR) gaat het effect van bittermeloen bij prediabetesonderzoeken en is op zoek naar vrijwilligers.

Onderzoek bittermeloen bij prediabetes

Het onderzoek richt zich op bittermeloen en de potentiële verbeterende werking van de suikerhuishouding bij pre-diabetische personen. In een eerdere studie heeft de WUR gekeken naar het effect van het gebruik van bittermeloensupplementen over een korte periode (vier weken). Er was toen geen verbetering te zien. In deze nieuwe studie willen de onderzoekers kijken naar het langetermijneffect van het gebruik van een bittermeloensupplement (twaalf weken).

WUR op zoek naar proefpersonen

Wageningen Universiteit & Research is op zoek naar proefpersonen voor een wetenschappelijk onderzoek. Het doel van dit onderzoek is om te toetsen of het dagelijks gebruik van een voedingssupplement met bittermeloen een gunstig effect heeft op de suikerhuishouding bij mensen met een licht verhoogde suikerspiegel. De suikerspiegel wordt gemeten tijdens het geschiktheidsonderzoek, het is dus geen probleem als u uw bloedsuikerwaarde nog niet weet.

Het onderzoek wordt uitgevoerd in februari – juni 2022 op de universiteit in Wageningen (Helix-gebouw). Het onderzoek duurt in totaal twaalf weken en in deze periode komt u vier keer naar de onderzoekslocatie voor een test waarbij bloed wordt afgenomen. Daarnaast moet u twaalf weken lang dagelijks negen supplementen gebruiken.

Meer informatie over het onderzoek vindt u  op de website van de WUR. U vindt hier tevens een uitgebreide folder met aanvullende informatie.

AUTEUR | CINDY DE WAARD

Het genetisch onderzoek naar planten leidt regelmatig tot aanpassing van de namen van geslachten, soorten en soms hele families. Zo werden onder meer Ononis spinosa en O. repens samengevoegd tot twee variëteiten van O. repens. In 2017 werd de soort Rosmarinus officinalis L. ingevoegd in het geslacht Salvia, als Salvia rosmarinus Spenn.

Eind 2019 besloot de Royal Horticultural Society dit over te nemen. Er waren in het oude systeem slechts enkele Rosmarinus-soorten. Rosmarinus eriocalyx, die onder meer in Iberië voorkomt, werd Salvia jordanii. Tevens werd de Russische salie, Perovskia atriplicifolia, omgedoopt tot Salvia yangii. De oude namen blijven als synoniemen bestaan.